Zoeken
Kijkrichting | Het juridisch perspectief
De juridische waarde
Jessica den Outer heeft een achtergrond in internationaal milieurecht en is consultant, schrijfster en spreekster op het gebied van rechten voor de natuur. Haar stelling is dat natuur nu wordt gezien als een ‘ding’ zonder rechten, ofwel als eigendom van de mens. Den Outer ziet dat graag veranderd. Natuur zou naar haar opvatting een onafhankelijke juridische status met eigen rechtspersoonlijkheid moeten krijgen. Maar is dat realistisch? Den Outer stelt dat vrouwen en slaven ook ooit eigendom zijn geweest en dat het destijds ondenkbaar was dat zij rechten zouden krijgen. Dat is toch gebeurd. Dus waarom zou het voor natuur anders zijn?
Rechten omdat je bestaat
Den Outer betoogt dat natuur een intrinsieke waarde heeft, voortkomend uit het feit dat zij bestaat. Vanuit die intrinsieke waarde volgt dat natuur bestaansrecht heeft en dat natuur zichzelf bezit. Logischerwijs betekent dit dat natuur een onafhankelijke status in de maatschappij moet hebben.
In zo’n 25 landen heeft natuur al zekere rechten. In Nieuw-Zeeland hebben een berg, rivier en natuurgebied rechten gekregen vanwege de betekenis ervan voor de inheemse Maori-stam. In Bangladesh hebben rivieren, om religieuze redenen, rechtspersoonlijkheid gekregen. In Ecuador zijn algemene rechten voor de natuur opgenomen in de grondwet: “de natuur in al haar levensvormen heeft het recht om te bestaan, te volharden, vitale cycli in stand te houden en te regenereren”.
“Als bedrijven rechten hebben, waarom natuur dan niet?”
Jessica den OuterMeer dan algemene rechten
Volgens Den Outer moet in Nederland en Europa de natuur ook rechten krijgen. Daarbij gaat het niet alleen om de algemene rechten, zoals in de grondwet van Ecuador is vastgelegd, maar ook om procedurele rechten (bijvoorbeeld dat de natuur voor de rechtbank verschijnt) en materiële en inhoudelijke rechten, zoals het recht op herstel (bijvoorbeeld dat een rivier het recht heeft om vrijelijk te stromen en vrij te zijn van plastic soup).
Voogdijschap voor de natuur
De vraag is hoe de rechten voor natuur kunnen worden gewaarborgd. Dat kan volgens Den Outer door ‘voogden’ aan te wijzen. “Als bedrijven rechten hebben, waarom natuur dan niet?” Menselijke vertegenwoordigers, die namens de natuur de rechten kunnen naleven en in staat zijn om vast te stellen of ze ook wórden nageleefd. In zekere zin vergelijkbaar met het bestaande systeem van voogden voor kleine kinderen. Maar wie zijn geschikt als voogden? Treedt de overheid eigenlijk niet al op als voogd voor de natuur?
Den Outer ziet dat de overheid te veel andere belangen heeft om rekening mee te houden. Ze noemt het stikstofbeleid als een voorbeeld waarbij de overheid, ondanks de bestaande natuurbeschermingsregels, onvoldoende rekening houdt met de belangen van de natuur, door voorrang te geven aan economische belangen. In het buitenland wordt het voogdijschap voor natuur verschillend ingevuld. In Nieuw-Zeeland is een commissie samengesteld uit vertegenwoordigers van de Maori-stam en de regering, terwijl in Ecuador iedereen kan opkomen voor de rechten van de natuur.
In Nederland worden inmiddels eerste stappen gezet op weg naar voogdijschap voor de natuur. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar het oprichten van een onafhankelijke autoriteit voor het Waddengebied. Ook voor de Noordzee, de Maas en Amelisweerd lopen onderzoekstrajecten. Volgens Den Outer worden eerste, veelbelovende stappen gezet. Zo is al onderzoek gedaan naar hoe de bodem een stem kan krijgen: Hoe de bodem een stem kan krijgen?
Gelijkwaardige rechten
De vraag is of rechten voor natuur juist niet belemmerend werkt voor nieuwe ontwikkelingen. Op dit moment werkt de stikstofcrisis immers ook remmend op economische ontwikkelingen in de bouw, industrie en landbouw. Den Outer denkt dat het meevalt. In Nieuw-Zeeland wordt in de rivier-met-rechten een dam gebouwd. Dat lijkt lijnrecht in te gaan tegen het recht om vrijelijk te stromen. Maar de voogden van de rivier zijn, na uitvoerig onderzoek over de effecten op de natuur, tot de conclusie gekomen dat de dam er wel kon komen. Het gaat er volgens Den Outer niet om dat de rechten van natuur altijd voor moeten gaan, maar wél dat de belangen gelijkwaardig worden meegenomen in de besluitvorming. Daarom is het belangrijk dat er onafhankelijke voogden zijn die namens de natuur en voor diens belangen kunnen optreden.